Er gaat niks boven een goede Wiener Schnitzel. Vaak is deze nog groter dan je bord, lekker dun en heerlijk krokant gebakken. Uiteraard mag de Preiselbeere compote (rode bosbes), het partje citroen en een portie Pommes er niet bij ontbreken. Heerlijk! Wil jij dit gerecht thuis ook maken? Volg dan de stappen in dit recept voor Wiener Schnitzel.
Ingrediënten Wiener Schnitzel (4 personen)
Schnitzels staat in veel Duitstalige Alpenlanden op de kaart. Toch is er volgens velen maar één de beste en dat is de Oostenrijkse Wiener Schnitzel. Hoewel de naam anders doet vermoeden, vindt dit gerecht haar oorsprong in Italië. Halverwege de 19e eeuw kwam het pas in Oostenrijk terecht. Hoe dan ook, wij zijn in ieder geval fan van een goede Wiener Schnitzel. Jij ook? Maak dan dit heerlijke recept! Dit heb je nodig voor 4 personen:
- 4 ongepaneerde kalfsschnitzels van ongeveer 150 gram per stuk
- 2 eieren
- 1 eetlepel melk
- 200 gram bloem
- 200 gram paneermeel
- Zout en peper, naar smaak
- 1 citroen
- 2 eetlepels boter
- 5 eetlepels olie
- Verse peterselie
- Optioneel: patat, salade, mayonaise, ketchup, compote
Bereiding Wiener Schnitzel
Stap 1: Leg elke schnitzel tussen twee lagen plastic folie en sla ze plat met de platte kant van een vleeshamer. Heb je geen vleeshamer? Dan kun je ook een steel- of koekenpan gebruiken.
Stap 2: Pak drie diepe borden. Die heb je straks nodig voor het paneren van de schnitzels. Doe in het ene bord de bloem en in het andere het paneermeel. Kluts in het derde bord de eieren los met de melk.
Stap 3: Breng de schnitzels op smaak met zout en peper.
Stap 4: Nu kun je de schnitzels gaan paneren. Belangrijk is dat je één hand gebruikt voor de droge ingrediënten, dus het bloem en de paneermeel. Gebruik je andere hand voor het ei. Op die manier wordt het niet zo rommelig en gaat het allemaal een stuk makkelijker. Pak een schnitzel en haal die eerst door de bloem, daarna door het ei en daarna door de paneermeel. Zorg ervoor dat beide kanten goed bedekt zijn en druk het paneermeel iets aan. Herhaal dit proces met de overige schnitzels.
Stap 5: Verhit de boter en olie in de pan op middelhoog vuur. Boter geeft een heerlijke smaak, maar verbrandt snel. Door olie toe te voegen, kun je de boter beter verhitten. Afhankelijk van de grootte van je pan, kun je de schnitzels in één keer of in twee keer bakken. Bak de schnitzels om en om gaar, goudbruin en krokant. Haal ze daarna uit de pan en laat even uitlekken op keukenpapier.
Stap 6: Snijd de citroen in partjes en hak de peterselie fijn. Leg de Wiener Schnitzels op de borden en serveer ze met citroen en peterselie. Met patat (of peterselie aardappeltjes), een frisse salade en compote maak je er helemaal een feestje van!
Guten Apetit!
Wiener Schnitzel of Schnitzel Wiener Art?
Op sommige menukaarten kom je Wiener Schnitzel en Schnitzel Wiener Art tegen. Het verschil tussen beiden heeft te maken met de vleessoort waarvan de schnitzel gemaakt is. Traditioneel is dit kalf (Wiener Schnitzel), maar dat is relatief duur. Daarom zijn er tegenwoordig ook varianten met varkensvlees (Schnitzel Wiener Art). Hoewel dit de officiële benamingen zijn, willen sommige restaurants een varkensschnitzel ook als Wiener Schnitzel verkopen. Wil je er zeker van zijn, vraag het dan even na bij de bediening. Uiteraard kun je in dit recept de kalfsschnitzels ook door varkensschnitzels vervangen. Ook erg lekker!