Motorrijden in de bergen is fantastisch! Het kan sensationeel zijn om je ‘machine’ te laten werken op steile wegen en door talloze bochten. Iedere motorrijder kent dat gevoel van vrijheid en kan daar volop van genieten. Echter is het rijden op de motor door de bergen heel wat anders dan sturen in het Nederlandse polder landschap. We zetten de zaken op een rijtje. In dit artikel een aantal handige tips wanneer je gaat motorrijden in de bergen.
Een goede helm, handschoenen, laarzen en beschermende kleding zijn vanzelfsprekend zou je zeggen. Toch zie je regelmatig dat het daaraan ontbreekt bij motorrijders in de bergen. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden hoe belangrijk deze zaken zijn; maak je een schuiver en je kleding is niet in orde dan kom je er meestal niet goed vanaf.
Een goede ‘kijktechniek’ is van wezenlijk belang en dat geldt vooral als je de bergen in gaat met de motor. Anders dan op vlakke wegen zijn in de bergen de bochten vaak kort, steil en onoverzichtelijk. Om daar goed mee om te gaan en zo veilig mogelijk te rijden moet je jezelf aanleren goed te kijken. Zorg ervoor dat je met de juiste snelheid de bocht nadert en stuur naar de buitenkant van je weghelft. Op die manier kun je de bocht het beste overzien en kijk je naar het punt waar je de bocht weer uit wilt komen. Heb je op deze manier de bocht ‘aangesneden’, dan blijf je focussen op het verder gelegen punt, geef je wat meer gas en stuur je de motor vloeiend door de bocht.
Tip: Top Mountain Crosspoint museum, hoogstgelegen motormuseum van Europa
Nergens ervaar je zo goed het vermogen van je motor als in de bergen. Naar beneden rijdend komt moet je vooral afremmen, maar naar boven sturend spreek je dat vermogen aan. Met maar twee wielen en een relatief laag gewicht is het zaak daar goed mee om te gaan. De sportieve rijder geeft graag gas, maar je bent dan ook zo boven en de volgende bocht dient zich aan. Rem op tijd, snijd de bocht aan, gas er weer op en verder …verder...tot de volgende bocht; heerlijk! Bij het afdalen is dat anders. Je zult het vermogen bijna niet aanspreken en het komt aan op een juiste remtechniek.
In de afdaling houd je het toerental van je motor in de gaten en maak je gebruik van het afremmend vermogen van de motor. Als je moet remmen doe je dat vooral met je voorrem en de achterrem gebruik je om ‘corrigerend’ mee te remmen. In scherpe bochten of haarspeldbochten (tijdens de afdaling) houd je voorzichtig iets het gas erop, maak je geen gebruik van je koppeling en kan je met de voetrem (lees: achterrem) corrigerend werken om de juiste snelheid te behouden. Op deze manier voorkom je schokkerig rijden en heb je de motor beter onder controle.
In de meeste Alpenlanden is het wegdek aardig goed, maar ga je verder naar het zuiden van Europa dan veranderen de omstandigheden. Rob, de auteur van dit artikel, woont in midden-Italië in de Apennijnen en ervaart vaak gladde wegen. Het asfalt is er meestal minder stroef en omdat het in de zomer er niet vaak regent blijft olie en vet op het oppervlak van de weg aanwezig. Los grind of zand kan ook een risico zijn, dus blijf alert. Ook hier komt het erop neer dat je goed kijkt en het wegdek als het ware ‘leest’. Zoek de lichtere plekken op in het asfalt, rem niet op grind en raak niet in paniek wanneer je voor- of achterwiel eens een centimetertje schuift.
Als je moet of wilt stoppen op een schuine weg, dan is het belangrijk dat je je juiste been aan de grond zet. Ga met het been naar de grond, aan de hoge zijde (bergzijde) van de weg. Zet je je been aan de dalzijde op de weg, dan loop je het risico om te vallen aangezien je been te kort zou kunnen zijn en de motor te zwaar. Houd controle over de rem, omdat de motor zomaar zou kunnen gaan rollen door het hoogteverschil.
Misschien inspireerde de heuvelachtige omgeving van zijn geboortestreek hem wel om later de bergen op te zoeken, wie zal het zeggen. Het reisbloed stroomt al jaren door de aderen van Rob en samen met zijn partner trok hij veel en vaak de wereld over. Aan de voet van de Apennijnen in Italië heeft Rob in 2003 zijn plek gevonden.
