Wanneer we onderweg zijn in de bergen doen we tal van uitspraken. De meeste zijn goudeerlijk en laten niets aan de verbeelding over. Wanneer we over het uitzicht of het heerlijke eten praten zijn we uitgesproken en louter positief. We doen echter ook uitspraken die eigenlijk iets heel anders betekenen dan dat we er daadwerkelijk mee zeggen.
#1. We zijn er bijna! Nog één bocht!
Dat hoorde je net ook al. En een kwartier geleden ook al. Waarschijnlijk wordt er bedoelt: ‘ik weet niet hoe lang het nog zal duren, maar heel ver kan het niet meer zijn’. Deze uitspraak heeft nog meer impact wanneer je benen zwaar aanvoelen, je voeten niet meer willen en je maag rommelt. De waarheid van deze uitspraak kan je maar beter met een korreltje zout nemen, dan kan het altijd meevallen.
#2. Het zwaarste hebben we gehad, we hoeven nu alleen nog bergaf
Gevalletje overschatting van de eigen capaciteiten en die van de medewandelaar. ‘Laat het gauw makkelijker aanvoelen’, is wat er eigenlijk wordt bedoelt. Je hoort de de hoop klinken dat het snel gedaan is met de hoogtemeters en dat de route afvlakt.
#3. Het weer slaat echt niet om
Hiermee wil een fanatieke bergwandelaar zeggen: ‘Ik moet en zal bovenkomen en het weer moet meewerken.’ Deze uitspraak is echter niet om weg te lachen, maar dient door medewandelaars serieus genomen te worden. Overvallen worden door een weersomslag in de bergen kan gevaarlijke situaties opleveren en hier wil je niet in belanden dankzij de vasthoudendheid van een van je metgezellen.
#4. De lucht klaart op
Ook bij deze uitspraak klinkt er hoop door in de stem. Ondertussen zit de hemel nog vrijwel potdicht en komt er slechts hier en daar een zonnestraaltje doorheen. Voor hetzelfde geld blijft het de hele dag bewolkt.
#5. Die route heb ik gedaan. Prima te doen!
In de gedachte van een wandelaar was de route altijd makkelijker dan deze in werkelijkheid is. Negen van de tien keer wanneer je aan iemand vraagt hoe zwaar een bepaalde route is krijg je dit antwoord te horen. Hopelijk is deze uitspraak naar eer en geweten.
#6. Die beklimming viel best mee
Eenmaal op de top is alles vergeten. De spierpijn, de zweetdruppels en de vermoeidheid zijn in één klap verleden tijd. Het uitzicht en de ervaring laten alles van je afglijden en zorgen voor totale euforie. Zo zwaar was die beklimming niet hè!?
#7. Ik snurk niet
Overnachten in een berghut gebeurt veelal in slaapzalen met stapelbedden. Voordat de nacht valt beweert iedereen niet te snurken, maar de praktijk wijst vaak heel anders uit. Een geronk dat er klinkt! De uitspraak kan daarom beter zijn: ‘ik heb mezelf nog nooit horen snurken.’
#8. De volgende keer kiezen we voor een makkelijkere route
Onderweg naar de top of de volgende berghut spoken de gedachtes door je hoofd: ‘Waarom doen we onszelf dit aan? Nooit meer!’. Wanneer de route steiler wordt, de benen zeer gaan doen en de ademhaling toeneemt vraag je jezelf al gauw af waar je mee bezig bent. Ondertussen durft iemand zelfs al hardop te zeggen of er de volgende keer niet voor een makkelijkere route gekozen kan worden. Is eenmaal het doel behaald, dan is iedereen het er over eens 'dat het écht niet zóó zwaar was'.
#9. Dat is zeker een gems/steenbok
Over dieren die gespot worden zal een eeuwige discussie blijven bestaan. Vaak wordt de uitspraak ‘kijk daar een X’ met veel overtuiging gebracht, maar daarna al snel wat afgezwakt. Een gems kan namelijk ook heel goed een steenbok zijn en niet alle kleine diertjes in de bergen zijn marmotten. 10 dieren die je kunt spotten in de Alpen >
#10. Vanavond drink ik geen Schnapps
Bij iedere berghut waar je overnacht komt er na eten Schnapps op tafel. Uit beleefdheid heb je nog geen drankje overgeslagen, maar vandaag besluit je om er écht niet aan mee te doen. Wanneer de overenthousiaste uitbater van de berghut een paar uur later zijn met liefde gestookte Schnapps aan je wilt laten proeven ga je weer overstag. Vooruit, één glaasje dan!