Klimmen bestaat in veel verschillende vormen. Het is ontstaan vanuit de wil om ergens bovenop te komen. Boven op een berg, liefst op de top. Gaandeweg is klimmen een eigen sport geworden, met rubberen schoenen, lichte maar veilige touwen én klimhallen. De klimsport is een vorm van ballet en gymnastiek ineen. Je hebt kracht, uithoudingsvermogen en souplesse nodig. Maar daarnaast is het een puzzel die moet worden opgelost. Bedenken welke bewegingen nodig zijn om boven te komen. Wil je zelf gaan klimmen, dan moet je je haast verdiepen op internet: sportklimmen, rotsklimmen, boulderen, speed: wat betekent het allemaal?
Toprope
Beginnen met klimmen, doe je (in Nederland) in een klimhal met een toprope. Een toprope betekent niets anders dan dat het touw (rope) in de top is opgehangen. Klimmen doe je met je klimmaatje. De één klimt omhoog, de ander staat beneden het touw te zekeren. Stel dat de klimmer valt, dan houdt de zekeraar, met een speciaal (zeker)apparaat de val. Deze vorm van klimmen is leuk voor iedereen. Groot, klein, beginner of pro, iedereen kan leren zekeren en klimmen op zijn eigen niveau. Spelenderwijs verandert klauteren in klimmen.
Voorklimmen/Lead
Voorklimmen is vaak de volgende stap voor een klimmer. Er hangt geen toprope klaar in de wand. De klimmer neemt zelf het touw mee. Onderweg zal de klimmer het touw, door middel van setjes, aan de muur vastmaken. Doordat het touw niet boven je hangt kan een voorklimmer als hij/zij valt een grotere val maken, dan bij toprope het geval zou zijn. In de wedstrijdsport noem je voorklimmen, lead. Wist je dat dit ook een Olympische sport wordt?
Sportklimmen
Sportklimmen noem je al het klimmen waarbij er haken vastgemaakt zijn aan de wand. Binnen is dit altijd het geval, maar ook buiten, op de rotsen, zijn veel klimgebieden gemaakt waarbij de haken vast aan de rots zitten. Sportklimmen kan zowel toprope als voorklimmen betekenen.
Rotsklimmen
Rotsklimmen is eigenlijk een verzamelnaam voor alles wat je klimt buiten op de rotsen. Het betekent dat je niet in een hal staat en dat er dus ook geen toezicht is. Je kunt zelf gaan waar je wilt (al zijn er in sommige gebieden wel regels). Wandelaars hebben een kaart, als je gaat rotsklimmen heb je een topo nodig. Een topo is een boekje met daarin de uitleg van het gebied en de route die je wilt gaan klimmen.
Klettersteig
Klettersteig of Via Ferrata is een sport die tussen wandelen en klimmen inzit. Klettersteig zijn routes gemaakt door middel van staalkabels. Je volgt deels de berg, maar er worden ook wel stalen traptredes of hangbruggen aangebracht. Je hebt een gordel nodig en een klettersteigset, maar niet een eigen touw. Net als wandelroutes én klimroutes heeft een klettersteig ook een moeilijkheidsgraad. Een klettersteig is laagdrempelig om eens een keer te proberen, maar zorg wel dat je een cursus volgt, of met een gids op pad gaat, om te leren hoe je het goed doet.
Boulderen
Boulderen is klimmen zonder touw. Je klimt op korte wanden of stenen tot zo'n 4 a 5 meter hoog. De routes zijn kort, maar vaak technisch moeilijker en fysiek zwaarder. Het is ook maar heel kort, dan ben je er al! Voor boulderen heb je minder materiaal nodig. Binnen alleen maar klimschoentjes, buiten ook nog een bouldermat. Boulderen is misschien minder eng omdat het niet zo hoog is, maar de bewegingen zijn wat extremer en het vallen op de mat, de afsprong, kan ongecontroleerd zijn.
Speed
Speed is een relatief jonge sport, maar wel een spectaculaire. In de hal worden twee exact gelijke routes naast elkaar gebouwd. De klimmers starten gelijkertijd, degene die het eerst boven is, wint. Doordat de route hetzelfde blijft, kunnen er wereldrecords geklommen worden. Tijdens de Olympische Spelen in Tokyo in 2020 staat klimmen op het programma. Speed, boulderen en lead samen bepalen wie de eerste Olympische medailles ooit ontvangen.
Multipitch
Multipitch betekent het klimmen van meerdere touwlengtes achter elkaar. Dit is natuurlijk de enige manier om boven op een hoge berg of wand te komen. Eén voor één klim je samen naar boven, onderweg bouw je telkens een standplaats. Die standplaats is je vaste punt, die maak je extra goed vast aan de muur. Eenmaal boven loop je, als het kan, via een andere route naar beneden. Als dat niet kan zul je moeten abseilen. Abseilen dat kent iedereen wel als adrenalinesport, waarbij je aan een touw gaat hangen om beneden te komen.
Nog meer klimtermen
Klimmer houden wel van mooie namen, zowel voor varianten op de klimsport als ook de namen van routes. Als je met klimmers omgaat, hoor je ook nog wel namen als tradklimmen, freeclimbing of artificieel klimmen. Laat je klimvrienden deze termen maar uitleggen! Tenslotte zijn er nog de extreme disciplines. Eén daarvan is wellicht bekend door de film die de Oscar won voor beste documentaire 2019: Free Solo. De meesten zullen door het kijken van de documentaire niet de aandrang krijgen zelf te gaan klimmen. Maar zo extreem hoeft natuurlijk helemaal niet!