Sneeuwschoenwandelen is de ideale activiteit voor bergwandelaars die ook in de winter naar de bergen willen. Als je niet van skiën houdt, is het een heerlijke manier om het winterlandschap te ontdekken. Je hebt geen last van de drukte, je komt op plekken waar niemand anders komt en het is goed voor je gezondheid! Sneeuwschoenwandelen is een ideale sport voor wandelaars. Ga een keertje sneeuwschoenwandelen en ontdek de bergen in alle rust, gewoon als wandelaar, maar dan op van die tennisrackets. In dit artikel lees je alles over de techniek en het materiaal voor sneeuwschoenwandelen.
Wat is er leuk aan sneeuwschoenwandelen?
Het leuke aan sneeuwschoenwandelen is dat het erg lijkt op gewoon wandelen. Je hoeft niks te merken van de drukte bij de skiliften. Je gaat gewoon over kleine paadjes of buiten de paden door een witte wereld van sneeuw naar een hut of een bergtop. Onderweg verandert het landschap terwijl je langzaam hoger op de berg komt. En net als met wandelen is het omhoog lopen vermoeiend en is de beloning het uitzicht of de picknickplek.
Techniek van het sneeuwschoenwandelen
De techniek van sneeuwschoenwandelen is niet ingewikkeld. Je moet je voeten iets wijder neerzetten dan bij gewoon wandelen, zodat je niet over je eigen voeten struikelt. Maar, je hoeft niet extreem grote passen te nemen. De sneeuwschoenen slepen gewoon door de sneeuw. Als het iets steiler wordt, kun je een zigzagpaadje aanleggen (traverseren). Het afdalen door poeder is wel een heel nieuwe ervaring. Je kunt met grote passen haast surfen door de sneeuw. Je stort je als het ware naar beneden en landt in een zacht bedje. Ga niet achteroverleunen, til je voeten goed op en zet ze stevig neer. Je zal zien dat je de techniek van het sneeuwschoenwandelen zo onder de knie hebt!
Benodigdheden en materiaal voor sneeuwschoenwandelen
Het fijne aan sneeuwschoenwandelen is dat je er weinig materiaal voor nodig hebt. Met een paar sneeuwschoenen, waterdichte wandelschoenen en skistokken ben je er eigenlijk al.
- Sneeuwschoenen/sneeuwrackets: sneeuwschoenen, ook wel sneeuwrackets genoemd, zijn brede frames van kunststof of metaal, waar je je schoenen op vast kunt gespen. Scherpe punten aan de onderkant geven je de benodigde grip. De maat van sneeuwschoenen is ‘one size fits all’, voor kinderen zijn er modellen die kleiner en lichter zijn. Wandel je routes die niet al te technisch zijn, dan kun je er prima op uit met een allroundtype. Voor langere tochten maken, met technische passages, of veel traverseren, heb je 'moderns' nodig, een alpine sneeuwschoen.
- Waterdichte wandelschoenen/snowboots: draag goede waterdichte schoenen wanneer je gaat sneeuwschoenwandelen. Je wilt allesbehalve koude, natte voeten krijgen! Bergschoenen of waterdichte outdoorschoenen zijn een prima keuze. Ook stevige snow boots zijn een optie.
- Skistokken: skistokken zijn onmisbaar bij het sneeuwschoenwandelen. De stokken kun je gebruiken voor het vinden van het ritme en het behouden van je balans. Telescoopstokken zijn handig in het hooggebergte, om ze lager en hoger te kunnen zetten bij het klimmen of dalen.
- Overig: van sneeuwschoenwandelen krijg je het behoorlijk warm, dus kleed je via het laagjesprincipe. Zorg dat je altijd iets uit kunt trekken of een laagje extra aan kunt doen. Vergeet je zonnebril niet mee te nemen en ook een muts kan handig zijn. Stop in je rugtas extra kleding, zonnebrand, iets te eten en water en/of een thermosbeker met een warme drank. Ga je buiten de gebaande paden, neem dan ook een schep, sonde en lawinepieper mee.
Sneeuwschoenwandelen op routes en buiten de paden
Sneeuwschoenwandelen kun je overal. Rond skigebieden zijn er vaak winterwandelwegen uitgezet. Dit zijn brede paden die worden geprepareerd en beoordeeld. Dit betekent dat de sneeuw meestal lekker is aangestampt, waardoor je niet per se sneeuwschoenen nodig hebt. Daarnaast kan je ook sneeuwschoenwandelen buiten de paden. Deze routes zijn niet geprepareerd en ook niet bewaakt qua sneeuw. Ze kunnen zijn uitgezet met paaltjes of je moet helemaal zelf je weg vinden. Om deze te wandelen moet je dus zelf al meer geleerd hebben over sneeuw en lawines. Of je gaat met een gids mee.
Houd rekening met de natuur
In de winter zijn de bergen net even anders. Aan de bomen hangen geen blaadjes. Alleen de naaldbomen geven nog kleur. Een deel van de dieren is in winterslaap. Rekening houden met de natuur is dus belangrijk. Als je niet over paden loopt, maar je eigen spoor trekt is het lastiger oriënteren. Zorg dat je voor elke tocht goed uitzoekt dat er geen natuurgebieden zijn waar je niet doorheen mag. De dieren hebben het zwaar in de winter. In de sneeuw zie je je ze misschien niet meteen, maar hun sporen zijn in de sneeuw vaak goed herkenbaar.
Bestemmingen voor sneeuwschoenwandelingen
Overal waar sneeuw ligt, kun je sneeuwschoenwandelen. Het ideale landschap voor sneeuwschoenwandelingen is niet te steil. Scandinavië en Lapland bieden een prachtig decor voor urenlange tochten. De bergen in Noorwegen, Zweden en Finland zijn minder hoog en minder grillig dan in de Alpen. Ga je naar de Alpen, dan zijn er ook tal van gebieden die geschikt zijn. Is een skigebied zeer geschikt voor langlaufers, dan is het doorgaans ook ideaal voor het maken van sneeuwschoenwandelingen. Bij voldoende sneeuw zijn de Vogezen, Ardennen en het Sauerland ook goede wandelbestemmingen.