Een aantal jaar (slechts een paar miljoen) geleden is in Braunwald iets bijzonders gebeurd: er is een oude aardlaag over een jonge aardlaag heen geschoven. Normaal gesproken ligt een jonge aardlaag altijd bovenop een oude. Het natuurverschijnsel is in 2010 door UNESCO uitgeroepen tot werelderfgoed. Geograaf Dic van Hummel heeft Indebergen.nl alles geleerd over het ontstaan en de vorming van de Alpen. Natuurlijk gebeurde dit tijdens een reis in de Alpen! Om precies te zijn in het Zwitserse Braunwald.
Terug in de tijd
Tijdens onze reis vertelde Dic iedere avond met veel passie over de geologie en geografie van de Alpen, met voorbeelden uit de directe omgeving. Dic begon zijn verhaal met de hoofdindeling van gesteenten van de Alpen: stollingsgesteenten, metamorfe gesteenten, sedimentgesteenten. De reis van Nederland naar de Alpen blijkt ook een reis terug in de tijd te zijn, aangezien de Alpen vele malen ouder zijn dan Nederland.
Veranderende Alpen
150 miljoen jaar geleden begon de vorming van de Alpen, de Alpiene Orogenese. De Afrikaanse plaat schoof naar de Euraziatische plaat en drukte langzaam de Thetis-Oceaan dicht. Wat nu nog over is van deze oceaan is de Middellandse Zee. De oorspronkelijke breedte van de Alpen wordt geschat op 750 km, nu zijn de Alpen nog maar 150 km breed! In die tijd waren de Alpen wel 6000 meter hoog. Dat is dus bijna 3000 meter hoger dan dat ze nu zijn. In kanton Glarus in Zwitserland is dit geologische spektakel nog een beetje zichtbaar in de Glarner Hauptüberschiebung bij Elm, goed te zien vanuit het hotel. De Ortstock, de huisberg van Braunwald, laat in zijn belijningen de gebergtevorming ook duidelijk zien.
De ijstijd
Tijdens de ijstijd was de temperatuur zo’n 6 tot 10°C lager dan de huidige temperatuur. In de Alpen zorgde deze ijstijd voor veel ijsvorming en het ontstaan van grote gletsjers. Deze gletsjers bepaalden hoe de Alpen er nu uit zien. Dalen zijn dieper gemaakt en zijdalen zijn ontstaan door kleinere zij-gletsjers. De gletsjers hebben een enorme kracht en bewegen zich langzaam vooruit. Dit gebeurde allemaal zo’n 10.000 jaar geleden. Vanuit Braunwald is de Tödigletsjer nog te zien, althans, dat wat er nog van over is.
En toen begon alles te smelten…
Na de ijstijd begon de temperatuur weer te stijgen. Door deze stijging smolten veel gletsjers, ze werden steeds kleiner of verdwenen helemaal. Tijdens het smelten blijft er veel puin en stenen achter, die een 'rug' achter laten in de natuur. Deze ruggen kunnen kilometers lang en breed zijn en worden ook wel morenen genoemd. Hellingen, die gesteund werden door het ijs, werden steeds instabieler en stortte in. Ook de permafrost (ijs in de grond) is aan het afsmelten, waardoor er steeds meer hellingen gaan schuiven. Op dit moment is dit een groot probleem in de Alpen. Daarnaast heeft de mens een grote invloed op het uiterlijk van de Alpen, denk aan akkerbouw, mijnbouw, boskap, bewoning, begrazing etc.
Braunwald
Braunwald heette oorspronkelijk Brunnen-Wald, omdat op dit bergterras vele bronnen ontspringen. Waarschijnlijk is het dorp begonnen als een tijdelijke zomernederzetting. Vanaf 1900 kwam het transport door de Alpen van zuid naar noord op gang. Door de goede transportmogelijkheden ontstond het toerisme in Zwitserland. Ook in Braunwald werd die kans aangegrepen: het eerste hotel - een kuurhotel - werd neergezet en er werd een kabelbaantje van het dal naar het dorp gebouwd. Vandaag de dag is het toerisme de grootste bron van inkomen, al wordt dit prachtige bergterras vooral onderhouden door de boeren. De invloeden van de mens op de Alpen zijn dus goed zichtbaar, maar ook de woeste krachten van de platentektoniek en van de gletsjers tijdens de ijstijden zijn nog te bewonderen. En dat gewoon tijdens een wandeling of vanaf het balkon!
Indrukwekkend
De natuur in en om Braunwald en Zwitserland is erg indrukwekkend, maar nu we dit alles weten gaf het zeker een meerwaarde aan ons prachtige uitzicht.